& het Klimaat
Door de opwarming van de aarde smelten de ijskappen steeds sneller. De kans op extreem weer wordt groter en de zeespiegel stijgt. De laatste jaren gaat dit proces twee keer zo snel als in de twintigste eeuw.
Lange tijd werd voor het jaar 2100 een zeespiegelstijging van maximaal 85 centimeter verwacht. In de recente klimaatmodellen (2021) zijn deze voorspellingen bijgesteld. Zelfs als alle landen hun klimaatbeloftes nakomen, en het lukt om de opwarming van de aarde tot twee graden te beperken, dan nog lopen we het risico op een tweemeter hogere zeespiegel in 2100. Ook daarna stijgt de zeespiegel door. Hoeveel hangt sterk af van in hoeverre emissies beperkt worden.
Beschermt de Afsluitdijk Nederland ook in de toekomst?
Bij de aanleg van de Zuiderzeewerken en de Deltawerken werd uitgegaan van een zeespiegelstijging van slechts veertig centimeter. Het huidige Deltaprogramma gaat uit van een maximale stijging van éen meter in 2100. Bij het ontwerp van waterkeringen wordt bovendien rekening gehouden met een storm die eens in die tienduizend jaar kan voorkomen.
Na de renovatie voldoet de Afsluitdijk weer tot 2050 aan de veiligheidsnormen. Of de aanpassingen voldoende zijn, weet niemand. Er is grote onzekerheid over de omvang en de stijging van de zeespiegel. Omdat het lastig is om maatregelen te nemen als je niet precies weet wat je te wachten staat, kiest Rijkswaterstaat voor ‘adaptief deltamanagement’: in kortere periodes vooruitkijken en aanpassen. Ondertussen worden opties verkend voor meer ingrijpende maatregelen voor het geval de toekomst zich ongunstiger ontwikkelt. De huidige aanpassingen zijn wel zo ontworpen dat de Afsluitdijk na 2050 gemakkelijk te versterken is tot het jaar 2100.
Op school, op straat, jongeren voor het klimaat
Het verzet tegen klimaatverandering wordt geleid door jongeren. Naar eigen zeggen degenen die de ellende niet hebben veroorzaakt, maar er wel de gevolgen van ondervinden. Klimaatadaptatie zien zij als een doekje voor het bloeden. Om hun toekomst veilig te stellen is meer nodig dan sterke dammen en dijken.
‘Je moet de crisis aanpakken, niet de dijken verhogen’
Jesse van Schaik,
Fridays for Future Nederland
Het begon met de Zweedse Greta Thunberg in 2018. De toen 15-jarige scholier maakte zich zorgen over het broeikaseffect en probeerde haar klasgenoten over te halen te staken. Toen die weigerden, ging zij in haar eentje met een protestbord voor het Zweedse parlement zitten. Terwijl criticasters zich afvroegen wat dat kleine meisje dacht te bereiken met haar eenmansprotest, inspireerde ze miljoenen generatiegenoten. De stakingsactie, met de leus Fridays for Future, is uitgegroeid tot een mondiale klimaatbeweging onder jongeren die landen oproept werk te maken van de afspraken van het klimaatakkoord van Parijs.
Net als Greta probeerde Jesse van Schaik (17) klasgenoten te overtuigen actie te ondernemen, maar staakte ze uiteindelijk alleen. Als dertienjarige zat ze met een zelfgemaakt protestbord op het Binnenhof. ‘Het was de tijd dat in België duizenden scholieren de straat op gingen. In Nederland bleef het stil, maar in plaats van daarover te mopperen, ben ik het zelf gaan doen. Ik wil vechten voor mijn toekomst.’
Ook de actie van Jesse kreeg navolging. Samen met andere scholieren startte ze Fridays for Future Nederland. De beweging heeft inmiddels meer dan honderd actieve leden en tientallen lokale groepen die acties organiseren: van Roermond tot Leiden en Leeuwarden. Zelf staat Jesse elke vrijdag op de Dam om aandacht te vragen voor een rechtvaardig klimaatbeleid. Naast de demonstraties voert ze actie voor diverse milieubewegingen, neemt ze deel aan bezettingen en burgerinitiatieven en schrijft ze mee aan brieven voor de Europese Commissie.
Of de acties ook echt verandering gaan brengen? Jesse weet het niet. Maar actievoeren is beter dan niets doen. ‘Ik heb de hoop dat we met onze acties mensen kunnen wakker schudden. De dreiging van de klimaatcrisis is zo groot, maar dat lijkt niemand te bevatten anders zouden we wel in paniek zijn.’ Haar hoopvolle scenario is dat we wel op tijd wakker worden en het tij zich keert. ‘Dan zie ik een Nederland met veel windmolens en zonnepanelen waarin we zijn overstapt op het lokaal en duurzaam verbouwen van voedsel en vervuilende multinationals worden ontmanteld omdat ze hebben bewezen dat ze niet passen in een goede toekomst. Dat lijkt me een hoopvolle toekomst.'
Leven op aarde in 2050
In deze episode verwijst de jonge klimaatactiviste Jesse naar het rapport van het klimaatpanel IPCC. De voorspellingen maken haar ‘boos en bang.' Wat staat er in het rapport?
In het rapport dat in augustus 2021 verscheen, staat onder meer dat het onmiskenbaar is dat de klimaatverandering invloed heeft op weers- en klimaatextremen wereldwijd; hittegolven, hevige regenval, droogt en tropische cyclonen. Het is duidelijker dan voorheen dat dit wordt veroorzaakt door de mens. De huidige maatregelen om de broeikasuitstoot in te perken, schieten tekort om grootschalige klimaatrampen te voorkomen, schrijft het klimaatpanel.
Maar waar Jesse, en velen met haar, vooral van zijn geschrokken, is dat de klimaatverandering weleens onomkeerbaar kan worden. Het panel spreekt van zogeheten tipping points waarop temperaturen een dusdanig kritiek niveau hebben gepasseerd dat er een domino-effect ontstaat van desastreuze gevolgen. Uit het rapport: ‘Als we doorgaan op de huidige weg stevenen we in het beste geval af op een opwarming van drie graden. En dat betekent het einde van het leven zoals we dat nu kennen. Het leven op aarde kan misschien herstellen van drastische klimaatveranderingen door te evolueren tot nieuwe soorten en nieuwe ecosystemen te creëren, maar mensen kunnen dat niet.'
Lees meer over het rapport op de website van het IPCC: www.ipcc.ch
‘We hoeven ons land nog niet op te geven’
De zeespiegelstijging hoeft technisch voor Nederland geen probleem te zijn volgens Bas Jonkman, hoogleraar waterbouwkunde aan de TU Delft. Maar we moeten ons wel voorbereiden op een grote verbouwing. ‘Niets doen is geen optie.’
Volgens de klimaatactivisten van Fridays for Future gaat de Afsluitdijk ons niet redden. Hoe denkt u daarover?
‘De Afsluitdijk en de andere dammen en dijken gaan ons voorlopig nog redden. Nederland heeft bijna vierduizend kilometer primaire waterkeringen. Een derde voldoet niet aan de huidige veiligheidsnormen en zal worden aangepast. Dat betekent behalve groot onderhoud dat de waterkeringen worden aangepast aan de laatste inzichten over zeespiegelstijging. Bij het aanleggen van de Deltawerken werd gerekend met veertig centimeter stijging, nu veelal met tachtig centimeter. Waarschijnlijk is dat genoeg voor de komende honderd jaar.’
Hoeveel meter kan Nederland aan?
‘Het huidige systeem kunnen we makkelijk versterken tot een meter stijging. Als de zeespiegel meer of sneller stijgt, tussen de een en de drie meter, moeten we opschalen. Dat kunnen we aan, zij het met grote inspanningen. De eerste knelpunten ontstaat bij de beweegbare stormvloedkeringen zoals de Maeslantkering bij Rotterdam, die zal vervangen moeten worden door een nieuwe beweegbare kering of een vaste dam. Dat heeft consequenties voor de ecologie en de bereikbaarheid van de haven waardoor er wellicht een derde Maasvlakte moet komen voor grote havenactiviteiten. Maar het biedt ook kansen. Doordat er een meer gecontroleerd waterpeil ontstaat, kan Rotterdam de waterkanten ontwikkelen voor wonen en recreëren.’
‘Ook als de zeespiegel meer dan drie meter stijgt, zijn er mogelijkheden. Maar de impact wordt steeds groter. Ik zie nog niet dat we ons land moeten opgeven en ons moeten terugtrekken, maar het betekent niet dat we achterover kunnen leunen.’
‘We moeten nu concrete plannen maken hoe Nederland er over vijftig jaar uit moet gaan zien’ Bas Jonkman,
Technische Universiteit, Delft
Nederland staat aan de vooravond van een grote verbouwing. Hoe bereiden we ons hierop voor?
‘Alles boven de drie meter stijging gaat grote gevolgen hebben. Het is vooral zaak om te kijken naar de tussenperiode: welke keuzes maken we bij twee tot drie meter zeespiegelstijging? Wat zijn de consequenties? Dan heb je het grofweg over de tweede helft van deze eeuw. Het is verstandig om nu alvast een verkennende studie te doen over hoe Nederland er dan uit moet zien. We hebben te maken met een poldermodel. De planning en doorlooptijd van ingrijpende beslissingen is lang in Nederland. De bouw van grote deltawerken duurt twintig tot dertig jaar. Als je bedenkt dat je het helemaal moet omgooien en als je dan terugrekent, is het nu tijd om concrete plannen te maken. Vooral voor de gebieden die als eerste met de gevolgen te maken krijgen, zoals de Rijnmond. En hoe gaan we om met de Oosterschelde als de huidige kering niet meer voldoet of heel vaak dicht komt te staan?’
Dat gaat miljarden kosten. Is dat wel betaalbaar?
‘We geven nu jaarlijks een miljard uit aan hoogwaterbescherming, dat is minder dan 0,15 procent van het bruto nationaal product. Ter vergelijking: we geven anderhalf procent van het bnp uit aan defensie, tien keer zoveel. Om de nieuwe deltawerken te kunnen betalen moeten de jaarlijkse uitgaven verdubbelen naar twee miljard. Dat is geen probleem zolang het bnp groeit. Alleen als de zeespiegel langdurig veel sneller stijgt dan de economie groeit, komt het opgeven van gebieden aan de orde.’
Waar maak je je zorgen over?
‘Technisch en qua kosten is het mogelijk om ons te beschermen tegen het water. Ik ben wel bang dat door het poldermodel de besluitvorming niet op gang komt en dat er eerst een ramp moet gebeuren voor we gaan nadenken over ingrijpende aanpassingen. Daarnaast maak ik me zorgen over onverwachte gebeurtenissen zoals de overstromingen afgelopen zomer. Er gaat weliswaar een miljard naar dijkversterking, maar tegelijkertijd voldoet een derde van de dijken niet aan de veiligheidseisen. Als je alleen al kijkt hoelang de renovatie van de Afsluitdijk duurt, dan duurt het nog wel even voor dit is opgelost.’